Ervaringen met het Chw-experiment in de praktijk
Gemeente Horst aan de Maas kan door verlenging van het Chw-experiment verder met het realiseren van de eigen ambities: de gemeente wil strengere normen kunnen toepassen voor geurbelasting voor stallen van veehouderijen. Dat houdt ook in dat bestaande vergunningen kunnen worden aangescherpt.
Achtergrond Chw-experiment
Artikel 7af van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (Chw) biedt provincies en gemeenten een waardevol instrument om geurhinder, ammoniakuitstoot en fijnstofbelasting uit stallen van veehouderijen terug te dringen. De werking van dit artikel is verlengd tot 1 januari 2030 voor gemeenten in de provincies Gelderland, Limburg en Noord-Brabant.
Binnen dit experiment kunnen gemeenten en provincies – zowel in bestaande als nieuwe situaties – strengere regels stellen dan de huidige landelijke bepalingen. Het experiment biedt ruimte om maatwerk te leveren en rekening te houden met lokale omstandigheden.
Op dit moment maken 3 gemeenten gebruik van deze mogelijkheid: Horst aan de Maas (Limburg), en Boekel en Land van Cuijk (Noord-Brabant). Zij zetten het experiment in om geurhinder in hun gemeente te verminderen.
De voormalige staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) heeft aangekondigd de landelijke geurregelgeving te herzien.
Het ministerie van IenW neemt de ervaringen van gemeenten met het Chw-experiment mee bij het aanpassen van die geurregelgeving.
'Politiek en maatschappelijk is er een kentering in hoe er naar de veehouderij gekeken wordt. Dat zien we zelfs in een plattelandsgemeente als Horst aan de Maas', zegt Eric Giebelen, regisseur buitengebied bij gemeente Horst aan de Maas. 'We zijn trots op onze agrarische sector en hechten daarnaast ook heel veel waarde aan een gezonde leefomgeving.'
De raad van Horst aan de Maas heeft aan het college gevraagd om de geurverordening te actualiseren. Deze verordening was samen met de geurgebiedsvisie aan herijking toe, door jurisprudentie, beleidsrichtingen van het Rijk en een maatschappij die vraagt om strengere normen. Deze verordening bestaat nu sinds 8 november 2024.
Geurnormering verlaagd
Om te kunnen sturen op minder geurbelasting bij toekomstige ontwikkelingen heeft de gemeente de geurnormering verlaagd. In het buitengebied tot 7 Europese odour units (ou) per kubieke meter lucht (ouE/m3) en binnen de bebouwde kom tot 2 ou. 'In onze oude verordening én in de huidige landelijke wetgeving zijn die normen respectievelijk 14 en 3. De advieswaarden van de GGD buiten de bebouwde ligt op 5', legt Giebelen uit. Horst aan de Maas beweegt hiermee richting de GGD-advieswaarden.
Fijnstof en ammoniak laten meeliften
Het Chw-experiment biedt verder ook mogelijkheden om beleid te voeren voor bestaande situaties: 'Dit experiment biedt gemeenten de kans om bedrijven met een bestaande vergunning in overbelaste situaties aan te sporen om maatregelen te nemen. Dat doen we in Horst aan de Maas voor geur. Fijnstof en ammoniak zouden hierop kunnen meeliften', aldus Giebelen.
In gesprek
Eric Giebelen benadrukt het belang van strengere normen om geurbelasting te verminderen. 'Alles boven de 14 vinden we te veel', zegt hij. 'Voor bedrijven die een geurbelasting veroorzaken boven de 19,4 geureenheden per kubieke meter, zoeken we actief naar mogelijkheden om die uitstoot terug te dringen.' Volgens Giebelen betekent dit dat de gemeente gericht het gesprek aangaat met bedrijven om samen tot oplossingen te komen.
Beleidsmedewerker Milieu van Horst aan de Maas Irene Peeters legt uit hoe de gemeente in de praktijk met bedrijven in gesprek is. 'Op die bedrijven stappen we af', vertelt ze. 'Momenteel zijn er in onze gemeente 8 gebieden waar de geurbelasting soms boven de 19,4 geureenheden uitkomt. Met één bedrijf in die gebieden zijn we inmiddels in gesprek om te bekijken hoe we gezamenlijk knelpunten kunnen aanpakken.'
Duwtje
Dit betekent zeker niet dat de bedrijven op slot gaan. Zo is er in Horst ontwikkelruimte voor bedrijven die tussen 7 en 14 geureenheden uitkomen. Peeters: 'Dankzij het Chw-experiment mogen we afwijken van de 50%-regeling voor geur. Dat geeft veehouderijbedrijven een mogelijkheid om geleidelijk naar onze nieuwe normen toe te werken, terwijl ze zich wel kunnen blijven ontwikkelen. Daarom wilden we zo graag dit experiment houden onder de Omgevingswet. Anders zou de deur om bestaande bedrijven in beweging te krijgen in het slot vallen. Met deze aanpak kunnen we bedrijven een duwtje geven om knelpunten aan te pakken en samen stappen vooruit te zetten.'