Blaricum en Laren willen vooral bewustwording creëren

Gepubliceerd 13 november 2024

In maart 2024 trad Blaricum toe tot het Schone Lucht Akkoord, een maand later gevolgd door Laren. Deze twee Noord-Hollandse gemeenten werken intensief samen op bestuurlijk niveau. Samen met het net over de provinciegrens met Utrecht liggende Eemnes vormen ze de ambtelijke werkorganisatie BEL Combinatie. Wethouders Frans Cornelis (Blaricum) en Flip de Groot (Laren) proeven binnen hun gemeente grote betrokkenheid bij het SLA-initiatief. ‘Het besef dat er ongelukken dreigen te gebeuren met het milieu is veel verder ingedaald dan in de politiek weleens gedacht wordt.’

Inmiddels is ook Eemnes aangesloten bij het Schone Lucht Akkoord (SLA). Dat gebeurde afgelopen zomer. ‘Onze drie gemeenten werken samen maar zijn niet gefuseerd’, zegt De Groot. Omdat Eemnes in een andere provincie ligt en het karakter verschilt van de andere twee BEL’lers kunnen processen daar net iets anders lopen. De Groot: ‘Eemnes is meer een agrarische gemeente. Laren en Blaricum zijn juist typisch Gooise gemeenten. Geografisch een eenheid. En met een duidelijke oriëntatie op de metropoolregio Amsterdam, inclusief Hilversum. Tóch kunnen we het als drie gemeenten goed met elkaar vinden.’

Meest geëlektrificeerd

Laren is met 11.000 inwoners wat kleiner dan Blaricum, dat er bijna 2.000 meer heeft. ‘Dat komt vooral door de wijk Blaricummermeent. In 2008 ontworpen met een vooruitziende blik. Deze wijk heeft het grootste warmtenet van de streek’, vertelt Cornelis. Nog een wapenfeit: Blaricum is de meest geëlektrificeerde gemeente van Noord-Holland, gemeten naar het aantal warmtepompen, zonnepanelen en elektrische auto’s per huishouden.

Economische tafel

‘Wat onze twee gemeenten ook kenmerkt, is dat we mede door onze bewoners makkelijk kennis kunnen aanboren’, vult De Groot aan. ‘We hebben een economische tafel met topmensen uit het bedrijfsleven, de marketing en de omroepwereld. Daar bespreken we met elkaar ontwikkelingen waar de gemeente voor staat. We profiteren ook van die tafel als we onze bewoners willen attenderen op de doelen van het Schone Lucht Akkoord.’

Afbeelding van Flip de Groot, wethouder Laren
Wethouder Laren, Flip de Groot

Ja tegen SLA

Meerdere snelwegen in de buurt, Schiphol op een steenworp afstand en vaarwegen. De twee wethouders noemen het de redenen om ‘ja’ te zeggen op de vraag vanuit het gezamenlijke ambtenarenapparaat om aan te sluiten bij het SLA. Maar Frans Cornelis heeft ook een persoonlijke motivering. Al van voor hij twee jaar geleden wethouder werd.

Gemotiveerd door Hollandse Luchten

‘Ik hoorde destijds dat Hollandse Luchten mensen zocht om de luchtkwaliteit te meten. Maar in de wijk waar ik woon, was er niemand die zo’n kastje wilde ophangen. Toen heb ik me aangemeld. En daar heb ik veel van geleerd. Er zijn nu zo'n 70 meetpunten in onze gemeenten.'

De Blaricumse wethouder zei volmondig ‘ja’ op de vraag of hij als wethouder het SLA wilde ondertekenen. Én hij motiveerde Laren en Eemnes om hetzelfde te doen. Met zijn drieën hebben ze meer in hun macht om het onderwerp op te pakken.

Afbeelding Frans Cornelis, wethouder Blaricum
Wethouder Blaricum, Frans Cornelis

In gesprek over houtstook

Cornelis: ‘Door bij het SLA te horen, kunnen we beter sturen en onze inwoners beter informeren over recente ontwikkelingen. Bijvoorbeeld over het aandeel van verschillende bronnen. Kwam vroeger de vervuiling vooral door de uitstoot op snelwegen, tegenwoordig is het veel meer de industrie en bijvoorbeeld ook houtstook.’

Wat dat laatste betreft: de wethouders willen liefst niet zover gaan als het nabijgelegen Amersfoort, dat het initiatief nam tot een verbod op houtstook. De Groot: ‘Naar mijn mening moet je burgers als medeburger aanspreken op het moment dat het gedrag niet juist is.’ Cornelis vult aan: ‘We proberen mensen eerst mee te nemen in het aanpassen van hun stookgedrag en pas als dat niet lukt moet je misschien een maatregel nemen.’

‘Het begint allemaal met communiceren en draagvlak creëren’, vindt Cornelis. ‘Als je heel radicaal een maatregel gaat invoeren, bestaat het risico dat je weerstand oproept. En dat je dan verder van je doel bent. Daarom willen we de inwoners stimuleren om onderling in gesprek te gaan over houtstook en vooral of ze er overlast van ervaren. Dat lost meer op dan hard ingrijpen van de overheid.’

Bewustwording creëren

Bewustwording creëren is daarom het centrale thema voor Cornelis en De Groot. Cornelis: ‘Met de Hollandse Luchten-sensoren krijgen we een fijnmaziger beeld van de luchtkwaliteit, als aanvulling op de officiële metingen van het RIVM. Je ziet bijvoorbeeld dat er soms vlagen vervuilde lucht over komen uit IJmond, maar ook uit Engeland. Vooral bij vochtig weer. Dan zie je ineens de hele streek tegelijk op oranje of rood staan. Maar je ziet ook hoe de sensoren sterk reageren op houtstook. In onze regio komen veel houtkachels voor. We geven daarom veel publiciteit aan de Stookwijzer.’

Hij besluit, weer doelend op zijn persoonlijke drijfveer: ‘Ik vind het fijn om binnen de invloedsfeer die ik in het dorp heb te zorgen dat het dorp over 20, 30 jaar nog steeds mooi is. Dat is mijn opdracht – en dat is inclusief zorg voor het milieu.’

Noblesse oblige

Frans Cornelis komt tot slot terug op de elektrificatie in zijn gemeente. ‘Het onderliggende elektriciteitsnetwerk hier is op orde. Er zijn hier onder meer veel zonnepanelen omdat inwoners zich dat kunnen veroorloven. Noblesse oblige: als je het goed hebt, moet je zorgen dat dit niet te koste van je omgeving gaat, maar dat je juist het voortouw neemt bij nieuwe initiatieven. En dat gebeurt hier wel degelijk. Het besef dat er ongelukken dreigen te gebeuren met het milieu, is veel verder ingedaald dan in de politiek weleens gedacht wordt.’