Nieuwe programmamanager Jan Kohl streeft naar verbreding
Verbreding. Dat is waar Jan Kohl, de nieuwe programmamanager van het Schone Lucht Akkoord naar wil zoeken. 'Het zou mooi zijn als de urgentie en het doel van het Schone Lucht Akkoord wordt gedeeld door meer gezondheidsorganisaties, ministeries en gemeenten.'
'Bij een milieu-georiënteerd ministerie als dat van Infrastructuur en Waterstaat gaat het vaker over fijnstof- en stikstofgehaltes op zich dan over de gezondheidseffecten ervan. Daarom zou het goed zijn om het Schone Lucht Akkoord nauwer te verbinden met partijen die elke dag met gezondheid bezig zijn. Van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot GGD's en organisaties als het Longfonds.'
Aan het woord is Jan Kohl, de nieuwe programmamanager van het Schone Lucht Akkoord. Hij volgde 1 augustus Karin Blaauw op.
Prima basis
'Het programma van het Schone Lucht Akkoord zit stevig in elkaar', constateert de nieuwe programmamanager. 'Wat me aanspreekt is dat de uitvoering breed belegd is, bij alle partijen die maatregelen kunnen nemen, van Rijk tot gemeenten. Over de thematiek is goed nagedacht; die beslaat het hele palet dat invloed heeft op de luchtkwaliteit, van landbouw tot binnenvaart. Een nieuwe uitvoeringsagenda voor 2023-2030 is in de maak. De organisatie staat en er is een financiële regeling om de uitvoering te stimuleren, die zeker nog tot 2025 doorloopt. De monitoring loopt goed. En uit de geboekte resultaten blijkt dat we op weg zijn om het oorspronkelijke doel te halen. Een prima basis dus om gezonde lucht verder te brengen', concludeert Jan Kohl.
Nieuwe doelen
'Maar ondertussen worden er nieuwe paaltjes in de grond geslagen. De nieuwe normen van de World Health Organisation voor gezonde lucht komen op ons af. De Europese Unie zegt te streven naar het uitbannen van gezondheidsschade door luchtvervuiling: "zero pollution" in 2050. Om dergelijke langetermijndoelen te halen, moet je vroeg beginnen met nadenken over de uitvoering. En de basis versterken door verbreding', aldus Kohl. 'Schone lucht zou, naast bijvoorbeeld water en bodem, standaard moeten worden meegenomen bij voorgenomen overheidsplannen. Ook daar moeten we, met onder meer ministeries als Economische Zaken en Binnenlandse Zaken, de verbinding zoeken.'
Gezondheidsorganisaties betrekken
Hij wil de aanpak van het Schone Lucht Akkoord nog meer onder de aandacht brengen bij andere overheden die bezig zijn met gezondheid, zoals het ministerie van Volksgezondheid, maar ook bijvoorbeeld het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. En bij organisaties die gezondheid als kernactiviteit hebben. 'Het Longfonds roept gemeenten al op het Schone Lucht Akkoord te tekenen. Dat soort signalen zou ik graag meer laten klinken. We gaan ons inzetten om deze partijen, maar ook bijvoorbeeld de GGD's, nauwer bij het programma te betrekken om de boodschap en urgentie te versterken.'
Van 97 naar 150 gemeenten
Collega’s erbij trekken
Verbreden van de basis zit ook in het betrekken van nog meer gemeenten. Nu hebben 97 van de 342 gemeenten het akkoord getekend. 'Zo'n kwart van de gemeenten. Dat lijkt weinig, maar het betekent wel dat nu de helft van de Nederlandse bevolking in een gemeente woont die werkt aan de gezondheid van haar inwoners door mee te doen aan het Schone Lucht Akkoord. Dat is mooi', stelt Kohl vast.
'Toch zijn er nog steeds gemeenten waar schone lucht een knelpunt is en die niet meedoen. Ik wil weten wat zij nodig hebben om wél deel te nemen. Is ons huidige instrumentarium vindbaar genoeg? Hebben zij andere instrumenten nodig? Zijn we als ministerie voldoende toegankelijk? Dragen we de urgentie genoeg uit? Veel is al ontwikkeld de afgelopen 3 jaar. Maar we moeten als ministerie nog dichter op hun huid zitten. En het zou goed zijn als deelnemers aan het Schone Lucht Akkoord hun collega's erbij trekken. Een collega van een vergelijkbare gemeente kan vaak overtuigender vertellen over de noodzaak en mogelijkheden om gezondere lucht te creëren dan een ministerie.' Kohl besluit: 'Het zou mooi zijn als het aantal gemeenten dat meedoet in 2025 gegroeid is naar 150.'