TNO en ODIJ testen samen nieuwe meetmethode voor houtrookoverlast
In Heemskerk toetst TNO een methode om de overlast van houtrook te meten. Hiervoor werkt het onderzoeksinstituut samen met Omgevingsdienst IJmond en met inwoners in Heemskerk en citizenscience-organisatie Waag, in het project Hollandse Luchten. De methode lijkt betrouwbare resultaten op te leveren om houtrookpieken te detecteren. Bestuurders zouden zo genuanceerder houtrookbeleid op basis van meetgegevens kunnen maken.
'Er bestond nog geen methode om specifiek de uitstoot van hout stoken goed te kwantificeren. Je wilt houtstook kunnen onderscheiden van andere bronnen van luchtvervuiling. Want als je beleid wil maken voor overlast door houtstook, dan helpt het om die overlast met cijfers te onderbouwen', zegt Paula Bronsveld onderzoeker en projectleider bij TNO.
TNO ontwikkelde in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een toetsmethode waarmee de specifieke bijdrage van houtrook aan fijnstof in de lucht kan worden gemeten. Deze methode en de apparatuur die erbij hoort, test TNO nu in een pilot in Heemskerk.
Samen hotspots gezocht
Douwe Reinders is programmacoördinator van het programma Gezondheid en Luchtkwaliteit. Omgevingsdienst IJmond (ODIJ) voert dat programma uit voor de drie IJmond-gemeenten Velsen, Beverwijk en Heemskerk.
'Met Tata Steel, het Noordzeekanaal, industriegebied en havens in onze regio is hier veel aandacht voor de luchtkwaliteit. Toen gezocht werd naar een pilotlocatie voor deze test van TNO, deden de IJmond-gemeenten graag mee. In het kader van burgerparticipatie, ook een onderdeel van het SLA, hebben we Hollandse Luchten betrokken. We hebben onder meer samen met hen bepaald bij welke hotspots we de sensoren zouden kunnen plaatsen. En steeds de resultaten besproken', vertelt Reinders. 'Inwoners laten participeren en gesprekken met hen voeren heeft echt wat toegevoegd aan inzicht en onderling begrip. Deelnemers aan de burgerparticipatie zijn rationeler naar bronnen van vervuiling gaan kijken.'
Roetmeters testen
Een meetwagen van TNO mat van oktober 2023 tot mei 2024 fijnstof, roet, levoglucosan (een indicatorstof voor verbranding van biomassa, zoals hout) en nog een aantal andere stoffen. Daaromheen vonden metingen bij burgers plaats.
Heemskerk is een van de dichtst behangen gemeenten wat betreft fijnstofsensoren. Veel burgers meten al fijnstof. Er waren al snel mensen gevonden die mee wilden doen, in totaal met 30 fijnstofsensoren.
'Levoglucosan is de beste indicator voor houtrook. Een van de successen van de pilot was dat levoglucosanpieken gemeten konden worden met nieuwe, gevoelige en kostbare apparatuur in onze wagen', vertelt Bronsveld. Maar voor het meten van levoglucosan bestaat nog geen betaalbare sensor die bij burgers geplaatst kan worden.
Roet is een goed alternatief voor levoglucosan als indicator van houtrook en hiervoor heeft TNO wél een eenvoudige, veel goedkopere roetsensor ontwikkeld. Onderdeel van de pilot was om hiermee roetmeetkastjes te ontwikkelen die je zelfstandig bij een huis kunt ophangen en deze bij inwoners te testen. 'In het eerste seizoen hebben 2 van de 6 kastjes goed gefunctioneerd en in juni waren de meeste kinderziektes achter de rug', zegt Bronsveld.
Test verlengd
Bronsveld: 'We verlengen de test nu tot en met winter 2024/2025, met opnieuw de TNO-trailer, het Hollandse Luchten-netwerk van fijnstofsensoren én 6 goed functionerende roetmeetkastjes. Na dit seizoen weten we dan zeker of de metingen uit de eenvoudige fijnstof- en roetsensoren bij burgers betrouwbare resultaten leveren en onze dure meetwagen hierbij niet meer nodig is.'
Houtstookmomenten herkennen
TNO en ODIJ zijn tevreden met de resultaten uit de eerste testperiode. 'Na het eerste seizoen durven we al voorzichtig te constateren dat deze methode werkt. De roetsensoren die wél functioneerden en het roetmeetinstrument in de wagen van TNO, kwamen goed overeen met de levoglucosanmetingen, dus de eenvoudige roetsensoren lijken te voldoen', zegt Bronsveld.
'Door roet- en fijnstofmetingen over elkaar heen te leggen, kunnen we vervolgens houtstook als bron van fijnstof isoleren van andere bronnen. We kunnen houtstookmomenten herkennen en brengen nu de pieklocaties en -momenten van houtrookoverlast in kaart. Eén kanttekening: uitstootpieken meten kan wel per wijk, niet per woning.'
Minder polarisatie
De objectiviteit van meetgegevens geeft houvast om uit de gepolariseerde situatie te komen, denken Bronsveld en Reinders. 'Voorwaarde is wel dat de cijfers onomstreden zijn. De plaatsingsplek van de sensoren en wie er meet kan van belang zijn', zegt Reinders.
Voor bestuurders is van belang dat ze met de data beter kunnen onderbouwen of aanpak van houtstook als bron van ongezonde lucht nodig is. En als dat het geval is, dat er meer nuance mogelijk is, bijvoorbeeld door alleen op bepaalde plaatsen of momenten houtstook in te perken. Bronsveld: 'Er wordt hiermee een tussenweg mogelijk tussen een algeheel houtstookverbod en alleen voorlichting. Een tussenweg gebaseerd op cijfers.'
Gerard van Zelst, Hollandse Luchten:
'Beter beleid door goed beeld van bronnen'
Gerard van Zelst uit Beverwijk is actief bij Hollandse Luchten en helpt bij scholierenprojecten voor het meten van luchtkwaliteit. Hij weet alles van de techniek van sensoren. Van Zelst hielp bij het TNO-project bij het uitzoeken van de locatie voor de roetmeetkastjes, bij de installatie van een aantal fijnstofsensoren en assisteerde bij het maken van een video over het project.
'We leven hier in Tata-land, veel mensen werken daar. Daarom staan veel mensen kritisch tegenover luchtkwaliteit meten. Maar meten kan juist leiden tot meer genuanceerde meningen. Door te meten, zie je dat de fijnstofconcentratie niet alleen piekt door de industrie of de kachel van de buren, maar ook door een wolk zeezout of affakkelen van een raffinaderij op de Noordzee. Door het weer te volgen, zie je dat fijnstof van vuurwerk in Heemskerk naar Amsterdam afdrijft en dat klachten uit Den Haag dus een andere oorzaak moeten hebben. Scholieren hielden voor hun profielwerkstuk uit eigen initiatief de luchtvochtigheid bij en ontdekten dat fijnstof zich bij vochtig weer heel anders gedraagt dan bij droogte. Je kunt alle kennis naar een hoger niveau tillen met eenvoudige apparaten. En als je de bronnen goed in beeld hebt, kun je beter beleid maken.'
Houtrook leidt ertoe dat meer mensen zelf luchtkwaliteit gaan meten. Lees bijvoorbeeld het verhaal van Dieter Pientka.