Groeiende aandacht voor burgermetingen en participatie
De bijeenkomst van de SLA-themagroep voor citizen science en participatie op 30 januari trok veel belangstelling. Ook op het Schone Lucht Jaarcongres op 12 februari hadden meerdere sprekers het over het belang van burgermetingen. Op steeds meer plekken meten burgers de lokale luchtkwaliteit. Vanwege deze ontwikkelingen werkt het Schone Lucht Akkoord aan een hernieuwde visie voor dit thema.
Tijdens de online themabijeenkomst voor citizen science en participatie praatten zo’n 30 medewerkers van gemeentes, provincies, ministerie en RIVM mee over dit thema. Wat gemeentes en provincies nodig hebben en wat er in de toekomst mogelijk is, was onderwerp van gesprek. Peter Breugel van DCMR in Rotterdam vertelde over de Rotterdamse Luchtclub.
Afgelopen half jaar inventariseerde Sjoerd van Schoonhoven van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de lokale initiatieven die voor dit thema in het hele land zijn genomen en hoe gemeentes hiermee omgaan. Hij deelde de resultaten tijdens de bijeenkomst. ‘Wat in elk geval heel duidelijk is geworden dat veel gemeentes en provincies enthousiast zijn over deze manier om inwoners te betrekken bij luchtkwaliteit. Het levert nieuwe kennis op, van de lokale situatie. Inwoners zijn zich meer bewust van de luchtkwaliteit in hun buurt en het effect op hun gezondheid en hebben het gevoel dat ze er meer grip op hebben. En het zorgt voor meer vertrouwen en binding tussen burgers, overheid en wetenschap. Het enthousiasme is dus groot.’
Uit de inventarisatie blijkt dat het Rijk gemeentes en provincies kan ondersteunen door bijvoorbeeld Samen Meten en Samen Analyseren te blijven aanbieden, kennis te verzamelen en aan te bieden, innovatie te stimuleren. Schoonhoven: ‘We hebben ook besproken hoe we dit op peil kunnen houden als er minder geld beschikbaar komt vanuit het Rijk voor dit thema.’

Luchtclub
Peter Breugel van DCMR in Rotterdam vertelde over de Rotterdamse Luchtclub. Dit project om met burgers luchtkwaliteit te meten in Rotterdam is afgerond. Als het project zou doorstarten zou het goed zijn als de interactie tussen inwoners en gemeente intensiever is. Ook zou het goed zijn om met Palmes-buisjes stikstofdioxide te meten naast de fijnstof die burgers met sensoren kunnen meten. Dat versterkt de nieuwsgierigheid van inwoners naar de luchtkwaliteit.
Meten is Weten-sessie op het Schone Lucht Jaarcongres
De Meten is Weten-sessie op het Schone Lucht Jaarcongres werd drukbezocht en was georganiseerd door het SLA in samenwerking met de provincie Noord-Brabant, Universiteit Utrecht, TNO, RIVM en Aireas. Het was een actieve sessie waarbij de ruim 60 deelnemers moesten staan en bij verschillende stellingen letterlijk een standpunt moesten innemen in de zaal. Ben je het 'eens' of 'oneens' met de stelling 'Meten is altijd weten'?, was de eerste vraag. Dit leverde een interessante discussie op, zeker omdat de groep deelnemers verschillende achtergronden hadden. Dit was ook zo bij de andere stellingen: 'Hoe meer burgers meten, des te sneller de overheid in actie komt' en 'De luchtkwaliteitsnorm halen is belangrijker dan gezondheid'. Moderator Muriël van Oers van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is positief over de uitkomsten van de sessie. Van Oers: 'Het dynamische aspect van de sessie werkte goed. Dat zorgde meteen voor een levendig gesprek. Na afloop hebben we alle inzichten verzameld. We nemen ze mee bij het ontwikkelen van een herziende SLA-visie op participatie. Het is de bedoeling dat de visie voor de zomer klaar is.'
