Man in de straat meet mee
Het Schone Lucht Akkoord stimuleert citizen science projecten. Burgers op straat kunnen zelf de luchtkwaliteit meten. Voor lokale overheden is zo’n gemeenschappelijk meetproject een gouden kans voor interactie.
Lokaal meten in je eigen straat
Een drukke straat. Een industrieterrein. In het dichtbevolkte Nederland wonen daar bijna altijd mensen naast. Die willen weten wat dat verkeer en die fabrieken betekenen voor hun longen. Meten dus en wel lokaal, in hún straat.
Burgerwetenschap (citizen science) is een van de manieren waarop het SLA mensen betrekt en meer mensen bewust maakt van het belang van schone lucht. Gemeenten en provincies kunnen nieuwe pilots indienen. Marita Voogt van het RIVM vertelt erover.
“De meettechniek voor luchtkwaliteit wordt steeds betaalbaarder, dus mensen zijn zelf aan de slag gegaan met meten. Zo’n vijf jaar geleden omarmde het RIVM deze burgerinitiatieven”, zegt Marita Voogt, betrokken bij innovatie milieumonitoring bij het RIVM. Wat dit oplevert is te zien op www.samenmetenaanluchtkwaliteit.nl.
Vorderingen SLA: publicatie RIVM juni 2020
Het heeft veel voordelen voor de bewustwording en betrokkenheid als burgers mee meten. Het levert allereerst meer data op, dankzij extra meetstations en vrijwilligers. Dat zorgt voor een betrouwbaarder beeld van de luchtkwaliteit. Ook zorgt het voor een groter vertrouwen van burgers in de onderzoeksresultaten als zij zelf deels de regie hebben. Onderzoekers krijgen een beter inzicht in de maatschappelijke zorgen.
“Door de belangstelling voor schone lucht van onderaf, heeft het veel aandacht gekregen. Doordat burgers actief vragen om een schone leefomgeving, kwam het op de lokale en nationale beleidsagenda”, zegt Voogt.
Niet voor niets dus dat citizen science een rol speelt in het SLA. In juni 2020 publiceerde het RIVM over de vorderingen. Het SLA stimuleert dat alle kennis breder bekend wordt. “Doordat burgers actief vragen om een schone leefomgeving, komt het op de beleidsagenda”
Nieuwe pilots en ankerstations
Het SLA stimuleert nieuwe participatiepilots. Dit zijn citizen science initiatieven waarin inwoners of bedrijven samen met bijvoorbeeld GGD’s, overheden en kennisinstellingen luchtkwaliteit meten en onderzoeksvragen beantwoorden.
Gemeenten en provincies kunnen nieuwe pilots bij Jan Harm Brouwer (provincie Zuid-Holland) indienen (jh.brouwer@pzh.nl) .
Twee pilots zijn inmiddels van start. Een om de kwaliteit en bruikbaarheid van de metingen met sensoren voor stikstofdioxide te verbeteren als voorbereiding op de nieuwe pilots. En een project om met middelbare scholieren fijnstof te meten.
De betrouwbaarheid van de data uit lokale sensoren of meetbuisjes wordt groter als ze vergeleken kunnen worden met die uit de professionele meetstations van het RIVM. Dit is het kalibreren van data. Het netwerk van deze zogenaamde ankerstations is nog niet compleet. In regio’s waar nog geen ankerstation is, gaat een participatiepilot daarom altijd samen met het plaatsen van een nieuw ankerstation.
“Vanuit het SLA dragen gemeenten en provincies bij aan deze uitbreiding van ankerstations. Tijdens een webinar in april hebben we hierover meer verteld en vragen beantwoord”, vertelt Voogt. “Een pilot is vooral aanleiding om in gesprek te gaan met bedrijven en bewoners”
Burgerinitiatieven om zelf te meten gouden kans voor interactie
"We willen hiermee nieuwe invalshoeken zoeken en nieuwe kennis opdoen”, zegt Voogt. “Tot nu toe is vaak fijnstof gemeten. Mensen willen ook meer weten over bijvoorbeeld stikstofdioxide. In Venray meten burgers en boeren samen - naast fijnstof en stikstofdioxide - de hoeveelheid ammoniak in de lucht, omdat mensen geurhinder ervaren.
Voor lokale overheden is zo’n gemeenschappelijk meetproject een gouden kans voor interactie. Begin zo’n project altijd met uit te zoeken wat mensen precies te weten willen komen, waar ze zorgen over hebben, wanneer ze tevreden zijn. Ook als uit objectieve metingen blijkt dat het wel meevalt met de concentraties of als je onder de wettelijke grenswaarden blijft, kun je niet zeggen ‘probleem opgelost’. Zo’n project is vooral een aanleiding om in gesprek te kunnen gaan met bedrijven en inwoners en oplossingen te vinden.”
Interactie met de samenleving
Het SLA volgt een aantal lijnen om de samenleving te betrekken:- Citizen science
- Tweejaarlijks Schone Lucht Congres
- Communicatie over de voortgang aan het brede publiek
- Consultatie, Jongerenpanel en stakeholders gericht betrekken bij de uitvoering van het akkoord