De toezichthouder kan met de stoker het gesprek aangaan over de overlast in de omgeving en hem stooktips aan de hand doen.
Een gemeente kan via 2 sporen vaststellen of sprake is van overlast volgens het Bouwbesluit: hinderlijke verspreiding of schadelijke verspreiding van houtrook.
De gemeente heeft beoordelingsruimte bij het vaststellen van overmatige hinder door houtstook. Bewijzen moeten zorgvuldig worden verzameld.
Bij overlast door houtstook kan de gemeente een toezichthouder inzetten waarvan het reukvermogen is getest: een gecertificeerde neus.
Blootstelling aan houtstook leidt tot gezondheidsklachten, maar er zijn nog geen algemeen aanvaarde inzichten gezondheidsschade door houtstook te beoordelen.
Eenvoudige meetapparatuur maakt het werk van toezichthouders makkelijker. Voorbeelden zijn warmtecamera, roetinstrument, roetsensor, vochtmeter en rookcamera.