Wijkgerichte aanpak - monitoring
Ook na afloop van de wijkgerichte aanpak blijft monitoring van de overlast belangrijk. Dit kan met een klachtenregistratie, bewonerspeilingen, enquêtes, inzet gecertificeerde neuzen of indicatieve metingen.
Monitoring overlast houtstook
Bij het in kaart brengen van de uitgangssituatie bepaalt u als gemeente ook hoe de effecten van de gekozen aanpak gemonitord worden. Het is namelijk belangrijk om te blijven monitoren hoeveel overlast er is. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door in een klachtenregistratie het aantal en de aard van de klachten bij te houden. Maar bijvoorbeeld ook door bewonerspeilingen of enquêtes, en die regelmatig te herhalen. Ook kan een gecertificeerde neus worden ingezet of indicatieve metingen worden uitgevoerd.
Metingen met roet
Het Samenwerking houtrookonderzoek van RIVM laat zien dat overlast door houtstook minder lokaal is dan gedacht. Om de overlast aan te pakken moet een groter gebied onderzocht worden dan alleen de directe omgeving van de houtstook.
Roetmonitor
Uit het onderzoek blijkt ook dat houtrook te meten is met een continu metende roetmonitor, een relatief kostbaar en niet-draagbaar instrument. Hiermee is het mogelijk om (verhoogde) blootstelling aan houtrook in een buurt aan te tonen en te monitoren. De continu metende roetmonitor is niet bedoeld voor de beoordeling van individuele hinder of gezondheidsschade.
De gemeten concentraties zijn niet gekoppeld aan 1 gehinderde of stoker, maar geven een indicatie van luchtverontreinigende stoffen in een wijk. Om een beter beeld te krijgen is het nodig om deze (steekproef)metingen met enige regelmaat te herhalen in perioden met veel en weinig houtstook.
Een roetmonitor is goed bruikbaar om indicaties van concentraties roet in de buitenlucht te verkrijgen. Hiermee kunnen in overlastwijken (of verschillende wijken) met enige regelmaat steekproefmetingen gedaan worden.
Alternatieven: middenklasse roetinstrument en roetsensor
Het middenklasse roetinstrument (MA200) en de bij TNO in ontwikkeling zijnde roetsensor zijn goedkopere en kleinere instrumenten, waardoor ze makkelijker te verplaatsen zijn. Ze zullen dan ook in de praktijk beter inzetbaar zijn dan de roetmonitor. Beide instrumenten (MA200 en roetsensor) zijn in ontwikkeling, maar veelbelovende manieren om houtrook te kunnen meten.