Houtstook regelen in het omgevingsplan
In het omgevingsplan zijn verschillende typen regels mogelijk: houtstook toestaan met algemene regels, een vergunningplicht instellen of houtstook helemaal verbieden. U kunt als gemeente het stoken van hout als milieubelastende activiteit aanwijzen in het omgevingsplan.
Op deze pagina
- Soorten regels in omgevingsplan
- Definitie van houtstook
- Regels aan het gebruik
- Onderscheid regels voor gebieden
- Relatie met de APV
- Motivering en afweging belangen
- Toezicht en handhaving
Soorten regels in omgevingsplan
Het omgevingsplan bevat algemene regels van een gemeente over hoe zij de fysieke leefomgeving wil ontwikkelen of beschermen. De gemeente kan voor ieder gebied zeggen welke activiteiten zij wel of niet toestaat, en onder welke voorwaarden.
De pagina Samenhang omgevingsplan en andere instrumenten/maatregelen noemt verschillende typen regels die gemeenten in het omgevingsplan kunnen opnemen. De mate van regulering is hierbij oplopend:
- Houtstook niet regelen: dus toestaan, dan is geen handhaving op overlast mogelijk. Er gelden wel altijd enkele rijksregels.
- Houtstook toestaan met algemene regels:
- alleen specifieke zorgplicht: ‘overlastartikel’
- verder uitgewerkte algemene regels
- eventueel in combinatie met meldplicht
- eventueel in combinatie met informatieplicht
- Houtstook verbieden, tenzij vergunning met beoordelingsregels
- Houtstook ‘absoluut’ verbieden. Dit kan ook een verbod zijn op specifieke locaties, bijvoorbeeld bij scholen of in een drukke woonwijk.
Het ambitieniveau en de uiteindelijke impact op stokers en gehinderden hangt uiteraard samen met de inhoud van de regels, de communicatie erover en de mate van toezicht en handhaving. Als gemeente maakt u daarin uw eigen afwegingen. Deze afwegingen kunnen afhangen van de mate van ervaren overlast of politieke kleur.
Een algemene regel moet duidelijk en concreet zijn, want de regel is direct handhaafbaar.
Definitie van houtstook
In het omgevingsplan kunt u als gemeente het stoken van hout als ‘milieubelastende activiteit’ aanwijzen. Als u het stoken van hout verder wilt reguleren, dan kan dat via de specifieke zorgplicht.
Daarbij zult u duidelijk moeten specificeren wat in welke situatie wordt verstaan onder ‘houtstook’. Onderscheid is bijvoorbeeld mogelijk in houtstook binnen de woning en houtstook buiten de woning (tuin of erf). En binnenshuis kan het verschil uitmaken of iemand een open haard of oude kachel aansteekt, versus een moderne kachel die voldoet aan de Europese Ecodesign-eisen.
In het rapport 'Sturen op houtstook in het omgevingsplan' (pdf, 3 MB) (2024) staan in hoofdstuk 2 voorbeelden van begripsbepalingen, waarmee gemeenten houtstook kunnen definiëren en afbakenen.
Regels aan het gebruik
U kunt als gemeente regels stellen aan het gebruik van kachels, haarden en vuurkorven. De aanwezigheid van houtkachels en aanverwante producten kan niet worden verboden. Deze zijn namelijk als product toegestaan op de (Europese) markt. Ook is er nauwelijks ruimte voor gemeenten om lokale regels te stellen voor het rookgaskanaal (schoorsteen), omdat het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) daarover al regels stelt.
Onderscheid regels voor gebieden
U kunt als gemeente regels opstellen voor specifieke gebieden of gebiedstypen, als daarvoor een goede onderbouwing voorhanden is.
Hierbij valt te denken aan:
- dichtbevolkte gebieden (wijken) versus landelijk gebied
- gebieden met veel hoogbouw
- gebieden met relatief veel gevoelige groepen, bijvoorbeeld scholen en kinderdagverblijven
- recreatiegebied, bijvoorbeeld aangewezen barbecueplekken in een park, zoals in Den Haag of Amsterdam
Houtstookregels voor een bepaald gebied noem je ook wel een 'houtstookreguleringszone'. Voorbeelden ervan staan ook in het hierboven genoemde rapport 'Sturen op houtstook in het omgevingsplan'.
Relatie met de APV
De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) bevat vooral regels over openbare orde en veiligheid. Ook staan er enkele regels in over de fysieke leefomgeving; die regels mogen of moeten (op termijn) naar het omgevingsplan overgeheveld worden. Artikel 5:34 APV richt zich op open vuren, zoals sfeervuren buitenshuis (bijv. terrashaarden en vuurkorven), en koken en bakken buitenshuis (BBQ). Dit artikel mogen gemeenten overzetten naar het omgevingsplan en ook aanpassen.
Wanneer moet/mag een regel uit de APV naar het omgevingsplan? Daarover geven de volgende bronnen meer informatie:
- VNG, handreiking Verordeningen en het omgevingsplan
- Webinar VNG, Verordeningen in het omgevingsplan 23 maart 2020 - YouTube (rond minuut 30 gaat het over houtstook).
Motivering en afweging belangen
Bij het opstellen van nieuwe regels gelden algemene bestuursprincipes, zoals een zorgvuldige voorbereiding, belangenafweging en evenredigheid. Zeker als houtstook jarenlang is toegestaan, zal de gemeente scherpere regels goed moeten motiveren, de gevolgen in beeld moeten brengen en moeten nagaan of het middel nodig is om het doel te bereiken. Dit kan ertoe leiden dat een compensatieregeling of overgangsrecht nodig is. En uiteraard zult u als gemeente nieuwe maatregelen duidelijk naar de inwoners moeten communiceren.
Het hierboven genoemde rapport 'Sturen op houtstook in het omgevingsplan' bevat veel juridische voorbeeldregels vanuit diverse doelen en motieven. Daarbij beschrijft het rapport verschillende redenen die gemeenten kunnen gebruiken als basis voor de onderbouwing. Daarnaast bevat het rapport een voorbeeldbepaling voor een overgangsperiode.
Overschrijding normen luchtkwaliteit
Een zeer sterk argument voor een gemeente om strengere (gebiedsgebonden) regels op te nemen is als grenswaarden/omgevingswaarden voor luchtkwaliteit al worden benaderd of overschreden. Dat kan dan bijvoorbeeld de norm voor fijnstof of NO2 zijn. U kunt als gemeente dan houtstookregels stellen om verdere vervuiling/verslechtering van de luchtkwaliteit te voorkomen.
Houtstookregels voor nieuwbouwwijken
Voor nieuwbouwwijken kan het eenvoudiger zijn om houtstookregels in te voeren dan voor bestaande woningen. Uitgebreide voorlichting aan de toekomstige bewoners is ook dan uiteraard een must, zodat bewoners bewust kunnen kiezen. Voor bewoners van koopwoningen zijn de keuzemogelijkheden wel groter dan bijvoorbeeld voor sociale huurwoningen. Al is de keuzevrijheid op een gespannen woningmarkt sowieso relatief.
Toezicht en handhaving
Gemeenten zullen toezicht en handhaving van de regels moeten prioriteren. Het ligt voor de hand om het toezicht te concentreren op situaties, waarbij houtstookoverlast gemeld wordt. Daarbij moet een harde handhaving op de regels ook gezien worden als sluitpost; voorlichting en gesprekken met bewoners gaan daaraan vooraf.
Handhaving op duidelijke regels in het omgevingsplan kan eenvoudiger zijn dan het beoordelen of er in een specifieke situatie overlast optreedt (oftewel: handhaving op de specifieke zorgplicht). Een combinatie van regels in het omgevingsplan kan op deze manier zorgen voor een vermindering van het aantal overlastsituaties en een verbetering van de luchtkwaliteit in de gemeente.