Luchtkwaliteit en mobiliteit
Er is al veel onderzoek verricht naar emissiebronnen door mobiliteit. Het Schone Lucht Akkoord ziet voor de mobiliteit nog wel een aantal specifieke aandachtspunten.
Kennisvragen
Wat zijn de belangrijkste bronnen in relatie tot mobiliteit. Hoewel al veel onderzoek wordt verricht naar emissiebronnen door mobiliteit, kent deze (voor het Schone Lucht Akkoord) nog een aantal specifieke aandachtspunten:
- Het effect van zero-emissieverkeer op de blootstelling en gezondheid
- De verbranding van fossiele brandstoffen en bio-brandstoffen en het effect ervan op de gezondheid
- Karakterisering en inzicht in slijtage-emissies
- Kwantificeren van de bijdrage van scheepvaart.
Deze kennisvraag is onderdeel van het deelonderwerp 'Luchtkwaliteit in de ruimtelijke context'.
Aangrijpingspunten voor het luchtbeleid
Het wegverkeer
Droeg in 2016 gemiddeld voor 32% bij aan de negatieve gezondheidseffecten door binnenlandse bronnen. De belangrijkste bijdrage is afkomstig van (oudere) dieselvoertuigen.
De binnenvaart
Draagt gemiddeld voor 6% bij aan de negatieve gezondheidseffecten van luchtvervuiling uit binnenlandse bronnen. Hoewel dit in vergelijking met andere emissiebronnen misschien relatief beperkt is, kan deze bijdrage rondom vaarwegen op de directe leefomgeving juist aanzienlijk hoger zijn. De scheepvaart kan lokaal een significante bijdrage leveren aan de blootstelling en de bijbehorende gezondheidseffecten. In het Schone Lucht Akkoord is daarom het streven opgenomen om de emissies van verontreinigende stoffen van de binnenvaart met ten minste 35% te reduceren. Dit streven vloeit voort uit de Green Deal voor binnenvaart en havens.
Mobiele werktuigen
Voor mobiele werktuigen en specifiek voor het onderdeel “emissieloos bouwen” sluit dit onderdeel in het Schone Lucht Akkoord aan bij de doelen uit het Klimaatakkoord. Het streven is een emissieloze bouwlogistiek en de inzet van emissieloze mobiele werktuigen in projecten van de Rijksoverheid in 2030.
Beoogde resultaten kennisvraag
Centraal in deze kennisvraag staat hoe we de bijdrage van mobiliteit aan onder andere de fijnstof emissies op een juiste manier kunnen kwantificeren. Slijtage-emissies van wegverkeer hebben bijvoorbeeld een significant andere grootteverdelingen en samenstelling in vergelijking met andere bronnen van fijnstof, maar ook de verschillende brandstoffen geven verschillen in de samenstelling van fijnstof.
Zero-emissie en nul-emissie
Deze kennisvraag kan ook antwoord geven op wat het effect is van de introductie van zero-emissieverkeer, zowel in de lokale leefomgeving als op nationaal niveau. Maatregelen zoals de introductie van nul-emissie zones kunnen hierbij ook worden meegenomen.
Blootstelling rondom vaarwegen
Ook kan een inschatting worden gemaakt van de emissies door scheepvaart rondom vaarwegen met een doorrekening naar blootstelling en de gezondheidseffecten (wederom in samenhang met de kennisvraag Luchtkwaliteit in de woonomgeving).
Oude (diesel) voertuigen
Als laatste kan deze kennisvraag zicht geven op de ontwikkeling van het aandeel oudere (diesel) voertuigen en de relatief grote bijdrage aan de (fijnstof)emissies. En bijdragen aan het formuleren van criteria waarmee uitfasering kan plaatsvinden.
Overlap met andere kennisvragen
Bij de uitwerking van deze kennisvraag is er waarschijnlijk een overlap met de kennisvraag Luchtkwaliteit in de woonomgeving en Gezondheidseffecten bij kortdurende blootstelling. Het gaat dan bijvoorbeeld over de bijdrage van piekemissies (op de gezondheid) die kunnen optreden rondom kruispunten, bouwterreinen en/of distributiecentra door verkeersbewegingen.